Wanneer is installatie van een Inland AIS-apparaat verplicht?

Schepen die met een Inland AIS-apparaat moeten zijn uitgerust

De uitrustings- en gebruiksverplichting voor Inland AIS-apparaten wordt in detail beschreven in artikel 4.07 van het Rijnvaartpolitiereglement (RPR).

Deze verplichting geldt voor alle schepen, ook voor zeeschepen, veerponten, kleine politieschepen die met een radarapparaat zijn uitgerust, en kleine schepen die van een certificaat van onderzoek overeenkomstig het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn (ROSR) of van een krachtens dit reglement als gelijkwaardig verklaard certificaat zijn voorzien.

Uitsluitend de hierna genoemde schepen hoeven niet aan deze verplichting te voldoen.

Vrijgestelde schepen:

Voor de volgende schepen geldt de verplichting tot uitrusting met een Inland AIS-apparaat niet:

a) schepen van duwstellen en gekoppelde samenstellen, met uitzondering van het schip dat hoofdzakelijk voor de voortstuwing zorgt,

b) kleine schepen, met uitzondering van:

  • politieschepen die met een radarapparaat zijn uitgerust,

  • schepen die van een certificaat overeenkomstig het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn (ROSR) of van een krachtens dit reglement als gelijkwaardig erkend certificaat zijn voorzien,

  • duwbakken zonder eigen mechanische voortstuwing,

  • drijvende werktuigen zonder eigen mechanische voortstuwing.

De verplichting tot het inschakelen van het AIS-apparaat is onder QR17 van dit document uiteengezet.

Voor schepen die niet aan de uitrustingsverplichting zijn onderworpen, verdient het aanbeveling gebruik te maken van een krachtens het ROSR toegelaten Inland AIS-apparaat (en niet van een apparaat van klasse A of B), omdat een dergelijk apparaat in staat is de specifieke meldingen voor de binnenvaart te ontvangen.

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) beveelt echter aan dat kleine pleziervaartuigen met een AIS-apparaat van klasse B worden uitgerust.

Kleine schepen die niet aan de verplichting tot uitrusting met een Inland AIS-apparatat zijn onderworpen, maar toch een AIS-apparaat willen gebruiken, moeten bovendien zijn uitgerust met een marifooninstallatie voor het schip-schip-verkeer, die goed functioneert en is ingeschakeld op uitluisteren.

Definitie: Overeenkomstig artikel 1.01, onderdeel m, van het Rijnvaartpolitiereglement, is een klein schip een schip waarvan de maximale lengte van de romp, zonder het roer en de boegspriet, minder is dan 20 m, met uitzondering van:

  • een schip dat andere dan kleine schepen mag slepen, mag duwen of langszijde vastgemaakt mag meevoeren;

  • een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren;

  • een veerpont;

  • een duwbak.

Bijzondere gevallen

Net als de commerciële schepen moeten politieschepen die met een radarapparaat zijn uitgerust, ook beschikken over een Inland AIS-apparaat, ook al zijn dit veelal “kleine schepen”.

De schepen van de overheid zijn doorgaans voorzien van een certificaat van onderzoek overeenkomstig de voorschriften van het ROSR of van een krachtens dit reglement als gelijkwaardig erkend certificaat. Bijgevolg moeten ze ook met een Inland AIS-apparaat zijn uitgerust.

Vergunningen voor het gebruik van de frequentieruimte

Op alle schepen die met een Inland AIS-apparaat, een radarapparaat of een marifooninstallatie zijn uitgerust, moeten de “vergunning(en) voor het gebruik van de frequentieruimte” of het “registratiebewijs voor het gebruik van de frequentieruimte” overeenkomstig artikel 1.10, van het Rijnvaartpolitiereglement aan boord aanwezig zijn.

Deze vergunning of dit registratiebewijs kan worden aangevraagd bij de bevoegde autoriteiten na de aanschaf van het AIS-apparaat. De schipper dient zich ervan te vergewissen dat de eigenaar of exploitant van het schip deze aanvraag heeft ingediend. In ieder geval dient de schipper na te gaan dat deze vergunning of dit bewijs zich aan boord van het schip bevindt.

Ik wil een Inland AIS-apparaat installeren zonder dat ik hiertoe ben verplicht

Voor schepen die niet aan de uitrustingsverplichting zijn onderworpen, verdient het aanbeveling gebruik te maken van een toegelaten Inland AIS-apparaat (en niet van een apparaat van klasse A of B), omdat een dergelijk apparaat in staat is de specifieke meldingen voor de binnenvaart te ontvangen. De CCR beveelt echter aan dat kleine pleziervaartuigen met een AIS-apparaat van klasse B worden uitgerust.

Voor kleine schepen (en met name pleziervaartuigen) die niet aan de verplichting zijn onderworpen en toch met een AIS-apparaat van klasse B worden uitgerust, is de verplichting dit door een erkend deskundig bedrijf te laten installeren niet van toepassing. De CCR beveelt echter aan om toch een beroep te doen op een dergelijk bedrijf om zo de kans op storingen te verminderen.

Last updated